Hertogdom Mervid is het gebied aan denoordelijke meeroever, de Zuidwestelijke Uitlopers van de Tanden van Kromor en het Meerschiereiland, dat in het midden van het Meer van Gelian ligt. Op dit schiereiland ligt ook de belangrijkste stad van het Hertogdom: Mervid. In deze stad regeert al eeuwen de familie Dinsaer over het hertogdom. Op dit moment is Angus Dinsaer de hertog van Mervid.
Aan de oevers van het Meer liggen de Welvarende Oeverdorpen: Meervoorde, Delfshaven, Mijnpas, Bredal en Kleynervoort. De dorpen zijn stuk voor stuk ommuurd en hoewel de oude muren in de laatste eeuwen slecht zijn onderhouden, zijn ze nog steeds in staat om de meeste dreigingen te weerstaan. De streek staat bekend als de Tuin van Gelian. Er is hier zowel akkerbouw als veeteelt.

De meeroevers zijn naast de smalle akkerbouwstreek, volledig met gemengd bos bedekt. Eiken, Berken en Beuken staan zij aan zij met sparren en dennebomen en gaan snel over in een dicht woud die op de heuvels aan de voet van de Tanden van Kromor liggen. Deze streek wordt het Lage Bos genoemd. Anderbesstruik, Felsmos, Sulpherblad, Moederswortel en Oorwortel zijn in dit gebied veelvuldig vindbaar. De enige tekenen van civilisatie in dit dicht woud zijn een handvol versterkte houthakkersdorpen. In het Lage Bos leven relatief veel Har’kaz die zich voeden op het veelvuldige voedsel dat in het Woud te vinden is en zich zo nu en dan ook buiten de bosranden begeven en de hoeves en boerderijen van lokale boeren aanvallen. Maar ook veel Shlaagh wonen in dit gebied en terrorisren de boeren gemeenschappen.
De angst voor Har’kaz en Shlaagh is in dit gebied gegrond en vormt een onderdeel van het dagelijks leven. In de Oeverdorpen zijn dan ook speciale klokkentorens gebouwd die de omgeving moeten waarschuwen voor het Harkazgevaar. De Bereden Wolven, ofwel: de Meerwolven, zijn toegeruste Harkazjagers die het gebied onder controle moeten brengen.
Verder naar het Oosten liggen de uitlopers van de Tanden van Kromor, die rond het Mijndorp Ylberdam, waar goud gevonden wordt, een zeer serieuze bergpartij wordt met pieken van rond de 7000 meter. Uiteraard wijken de bossen al snel en ook de grasachtige bergvegetatie moet plaatsmaken voor kale rotspartijen en eeuwige sneeuw. De Bergen zijn jong en ruig, en er zijn actieve vulkanen in deze streek. De bergtoppen hebben vaak de namen gekregen van Oude Helden uit lang vergeten sagen: De Grote Harald (7600 meter); de Hoge Wilbert (7200) en de Koning Yvar I (7500). De bekenste Vulkaan is de Grote Krom: een vulkaan die op de grens van Gelian en Grimbergen ligt en altijd een gevaarlijke rookwolk uitdampt. Het gebergte, dat zeer koud is in de winter, kan ’s zomers toch flink opwarmen. Soms worden hier dan zelfs Tsuari gezien. Droogbloed, Rode Heester en Sneeuwschat zijn plantjes die hier gevonden worden.

Meer in het Noordwesten van het hertogdom liggen de Geliaanse Bergen. Een Laaggebergte met pieken van 1000-1500 meter. Het is een oud gebergte met afgesleten pieken en brede dalen. De meeste bergen zijn volledig overgroeid met een dik naaldwoud. De Geliaanse Bergen liggen tussen Hertogdom Mervid, Hertogdom Kroonheuvel en Hertogdom Gehliaan en worden langzaam hoger in Oostelijke richting. Het klimaat in de bergen is een zeeklimaat: natte zomers en natte winters. In de winter sneeuwt het veel in de bergen, maar deze sneeuw smelt in de zomer overal weg, alleen op de pieken ligt tot ver in het voorjaar nog een fikse laag sneeuw. In de bergen komen Harkaz, Charaki en Chaota voor. Evenal bruine beren, Geliaanse wildzwijnen, lynxen, herten, steenbokken, berggeiten, wilde ezels en wilde paarden. In het westen van de Geliaanse bergen wonen onder de grond orkenstammen, over het algemeen schuwen deze de bovengrond, maar in het verleden zijn er wel orken geweest die boven de grond kwamen moorden, pluderen en roven.
Het Meerschiereiland is bijna volledig in cultuur gebracht en zeker helemaal leeggekapt. Uitgestrekte heuvels met kuddes schapen, runderen en paarden grazen op de hoge heuvelruggen, die het hoogste heuvelrug loopt van noord naar zuid in het midden van het schiereiland, waar ook de centrale weg loopt.
De stad Mervid zelf, en de geheimzinnige lagen onder deze stad, is het domein van de Gilden en van de Handel. De stad heeft een grote haven en is na HoGelian het rijkste deel van het Prinsdom. Aan de westoever van de stad ligt het Hertogelijk en het Prinselijk Paleis. De gehele stad is uit steen in plaats van hout (zoals de meeste huizen in het Midland) opgetrokken.