Het Hertogdom Gehliaan, Hoog en Laag, bestaat uit gemengd woud dat over uitgestrekte heuvels ligt, de beboste Geliaanse Bergen en de Westelijke Meeroevers. Het gehele gebied kenmerkt zich door loofbossen, gemengde bossen en rijke akkerlanden met kleine boeren dorpjes, vaak te klein om op een kaart te staan. Allen ommuurd.
Ondanks het liefelijke uiterlijk van dit rollende landschap met haar groene wouden, zijn er ook in deze streek, vlakbij de prinselijke stad Gelian, nog altijd Harkaz, Chaota, Charaki en zelfs Orks actief. Aan de zuidkant van de stad is het gevaar groter dan in het noorden.
Geliaanse Wolven houden de streek goed in de gaten, maar zelfs vorig jaar trok er een grote groep Wilde Volken, met trollen en chaota en ontsnapte Concordaatse slaven, onder leiding van Bergkoning Wildebas plunderend door dit gebied, om aan het einde van de winter weer richting de Tanden van Kromor te trekken langs de randen van het Hoge Bos. Een gedeelte van de edelen in HoGelian raakte zelfs zo in paniek dat ze over het Meer richting Mervid vluchtten. Het reguliere leger had geen extra troepen beschikbaar en uiteindelijk zijn het een groep lokale edelen geweest, onder leiding van de jonge Baron Claus van Kleynervoort, die in allerijl hun wapenrustingen uit het vet hebben gehaald om de tanden van de Geliaanse adel te laten zien aan deze Wildemannen. Uiteindelijk waren het driehonderd edelen en zevenhonderd wapenknechten die met lansen geheven, met blinkende pantsers en met kleurrijke banieren onder luid gejuich door de poorten van HoGelian reden. Het is het niet tot een confrontatie gekomen. En dat is misschien maar goed. De Wolven telden een leger van meer dan vierduizend Chaota die zich vespreid hadden in drie grote colonnes.
Maar het is steeds duidelijker dat de nieuwe generatie adel een grotere rol wil spelen bij de verdediging van het Rijk en hun landen. En het is verontrustend dat deze groep ambiteuze edelen zich aan de gezagstructuur van het leger lijkt te onttrekken in deze turbulente tijden en een eigen koers lijkt te gaan varen. Ze hebben een groot kamp opgeslagen nabij Kleynervoort.