Het Hertogdom Kroonheuvel omvat de Geliaanse bergen (beschreven bij Hertogdom Mervid); de uitlopers van de Het Coleq Hooggebergte, de Kuststrook en het Helse- en het Hoge Bos, dat uitloopt in het Lage Bos en zo het grootste aaneengesloten woud van Ysaïlon is.                                    

Het Hoge Bos is een indrukwekkend gemengd woud waar de brede smeltwater-rivieren de Geltar en de Uvron doorheen lopen, die hun bronnen hebben in de Geliaanse bergen de het Coleq-Hooggebergte. In dit semi-bergachtige gebied staan de bomen dicht op elkaar. Rotspartij­en en wilde beken maken het woud lastig om te doorkruisen. In het Hart van het Woud groeien de hoogste bomen van Ysaïlon. Enorme woudreuzen die een hoogte kunnen bereiken van tientallen meters en waarin (volgens de Midlandse mythen) elfen zouden wonen in hun boomhuizen.

Het gedeelte van het Hoge Bos dat tegen de stad Kroonheuvel aan ligt heeft de laatste decennia een akelige gedaantewisseling ondergaan. Hoewel vroeger over het bos in sprookjesachtige termen werd gesproken… lijken tegenwoordig de namen demonen; kwaadwillende geesten en ondoden meer van toepassing. Het bos is  hier naargeestig en zwart geworden te zijn. Slijmerig en duister, bewoont de kwade bosgeesten, nachtklauwen, ondoden en schaduwwezens. Inwoners van het dorp Gelvoorde, een klein ommuurd stadje,dat in de oksel van de Geltar en de Uvron  ligt, en aan de andere kant van dit ‘Helse Bos’ ligt, zijn bang. ’s Nachts doen zij de luiken dicht en de laatste maanden is er geen licht meer gezien in het kasteel dat aan het rand van het woud staat, op de oevers van de Geltar. En ze dat er ondoden achter de gesloten poort schuifelen. Wat een bijzonder bijgelovige plattelandslui!

De stad Monding aan de brede monding van de Geltar, kent een kleine visserijvloot en een groot houthakkerskamp. Ook hier zijn er dingen niet pluis. De inwoners zijn bedrukt en het achterland onveilig.

Ondertussen probeerde de stad Kroonheuvel haar verloren glorie in te halen. De stad was zo goed als verlaten, maar het laatste jaar zag een grote bedrijvigheid. Terwijl het achterland versomberde werd de haven werd gerepareert en de burcht herbouwd. Met  Regenten-, Saddai- en Ebbongeld. Dit heeft amper effect gehad op de mensen die temidden van de ruïnes hun eten verbouwen

Maar nu is de stad weer bijna verlaten. Recentelijk is namelijk de oude Hertog van Kroonheuvel, Hendrik-Yelmar senior in opstand gekomen tegen de kroon. Met steun van Saddai huurlingen, ebbon magiërs en een leger van ondoden heeft hij huis gehouden in de streek, maar uiteindelijk is de hertog verslagen door de prinselijke troepen onder leiding van Havok Sparrenschild – die daarbij steun hebben gehad van de Zingende Magiërs van Abdes Mayera Sinastrias van het grote klooster van Solozheim. Sinds de veldslag is de stad Kroonheuvel leeggelopen, maar komen er nog steeds  verhalen over ‘wandelende lijken en dolende doden’. Het lijkt erop dat de eerste slag gewonnen is door de prinselijke troepen, maar dat het gevaar nog niet geweken is.